E-text prepared by the
Online Distributed Proofreading Team
()
De tekst in dit bestand wordt weergegeven in de originele, verouderde spelling. Er is geen poging gedaan de tekst te moderniseren.
Afgebroken woorden aan het einde van de regel zijn stilzwijgend hersteld.
De voetnoten zijn hernummerd en verplaatst naar het eind van het hoofdstuk.
Overduidelijke druk- en spelfouten in het origineel zijn gecorrigeerd; deze zijn voorzien van een dunne rode stippellijn, waarbij de Brontekst via een zwevende pop-up beschikbaar is.
Variaties in spelling (met/zonder accent, met/zonder koppelteken, met/zonder spatie) zijn behouden.
Een overzicht van de aangebrachte correcties is te vinden aan het eind van dit bestand.
NEDERLANDSCHE
DAMES EN HEEREN.
NOVELLEN.
DOOR
DR. JAN TEN BRINK.
Vierde Druk.
LEIDEN.—A. W. SIJTHOFF.
De zuid-oost-passaat blies in de volle zeilen. Het fregat Ajaxstoof lustig vooruit door den blauwen plas. Er was vroolijkebeweging en leven op het dek. De zonnetent was uitgespannen.In de schaduw verzamelde zich een groot aantal der passagiersen der equipage. Ieder toonde dien morgen bijna eenvroolijk lachend gezicht. De Kaapsche stormen waren gelukkigvoorbij met al hun windgebulder, hooge zeeën, slingeringenen verdere ellenden. De kapitein stond op de kampanje, enkeek vergenoegd naar de breede kringen van zilverwit schuim,die zich gestaag in het kielwater vertoonden. De stuurmanvan de wacht verwonderde zich niet over de rustige vroolijkheiddes gezagvoerders, hij stak eene extra-sigaar op, en dachtaan Amsterdam, aan thuis en aan Lize. De zeilenmaker zatmet zijne maats onder de zonnetent bij den grooten mast enzong onder 't werk soms een luchtig en los matrozendeuntje.Zelfs de kleine scheepsjongen, die dagelijks zoo knorrig meteen veel te zwaren last borden kwam aanzwoegen, volbrachtdit