trenarzh-CNnlitjarufanl

[Inhoud]

SCHETSEN UIT PERU.

Indianen van Arequipa.

Indianen van Arequipa.

[Inhoud]

I.

Het reisverhaal, waarvan wij onzen lezers bij dezeeen gedeelte voorleggen, is van den franschen reiziger Paul Marcoy, diein de jaren 1848 tot 1860, het geheele vasteland van Zuid-Amerika, vande kusten van Peru tot die van den Atlantischen oceaan doortrok. Eeneaangename wijze van vertellen, eene zeer uitgebreide algemeene kennis,voor welke bijkans geen tak van wetenschap een geheel onbekend gebiedis, eene zeldzame gave van opmerking: ziedaar zoo vele eigenschappen,die den heer Marcoy aanspraak geven op de belangstelling van beschaafdelezers: eene belangstelling, die hem te minder onthouden zal worden,daar de onmetelijke landstreken, die hij doorkruist heeft, zeker tot deminst bekende der aarde behooren. Wij mogen hem dan ook gerust verdervoor zich zelven laten spreken.


Islay, aan de kust van Peru, op 17° 01′zuiderbreedte en 74° 30′ westerlengte gelegen, is de havenvan het departement en de stad Arequipa. De baai, onregelmatig vanvorm, heeft ongeveer een mijl in omtrek; zij is omzoomd door eendubbele reeks van lomas of heuvelen, geel van kleur, plomp vanvoorkomen, amphitheatersgewijze opstijgende, en tot op twee derde derhoogte als bekleed met een wal van trachietrotsen: een natuurlijkbolwerk, dat het afzakken van het zand en de losse aarde tegenhoudt, entevens den aanslag der golven keert. Door de onophoudelijke werking derzee, wier golven, door den zuidenwind opgejaagd, met geweld op dezekust breken, zijn de rotsen letterlijk afgesleten en op sommige puntenuitgehold, zoodat zij zich loodrecht verheffen. Aan den voet dezerrotsige heuvelen steken, hier en daar, donker zwarte porfierrotsen harescherpe punten boven de met schuim gekuifde golven uit. Op denachtergrond der baai verheft zich eene zware rotsmassa, niet ongelijkaan een in puin gevallen toren, die door middel van balken, planken entouwladders met den vasten wal verbonden is. Deze rots, met den toesteldie daartoe behoort, dient tot kaai, havenhoofd, aanlegplaats ensteiger voor de zwervende en varende bevolking, en ook tot wachtpostvoor de douanen. Het tolkantoor—een houten loods met eenveldbed—staat aan eene der zijden van de rots; van daar voert eensteil, slingerend pad, na eene wandeling van tien minuten, naar hetdorp Islay, tegen de helling van een heuvel gebouwd; ongeveerhonderd-negentig meter boven het peil van den Stillen oceaan.

Als ge, op den top diens heuvels staande, uw blikkenover den omtrek laat dwalen, dan overziet ge een weinig verkwikkelijktafereel. Van het noorden tot het zuiden aanschouwt ge niets danzandheuvels, hooge klippen, dorre

...

BU KİTABI OKUMAK İÇİN ÜYE OLUN VEYA GİRİŞ YAPIN!


Sitemize Üyelik ÜCRETSİZDİR!